De geweldsescalatie in Irak leidde zondag tot forse verliezen op aandelenbeurzen in het Midden-Oosten.
De beurs in Dubai spande de kroon met een verlies van 4,7 procent. In Abu Dhabi, Egypte, Koeweit, en Saudi-Arabië moesten de graadmeters tussen 1,4 en 2 procent terug.
De voornaamste aandelenindex in Irak, de ISX General Index, leverde 3,7 procent in en verloor daarmee voor de zevende dag op rij terrein.
Het Iraakse regeringsleger opende zaterdag de tegenaanval op jihadisten die vorige week grote delen van het land onder de voet liepen. Iran zei haar hulp toe aan het buurland en de VS bevestigden een vliegdekschip naar de Golf te sturen. Circa 1 miljoen Irakezen zijn voor het geweld op de vlucht geslagen.
Olieprijs hoger
Door de strijd is de olieprijs fors opgelopen. Naar schatting bevindt 17 procent van de Iraakse reserves zich in het noorden van het land, waar de jihadisten nog de dienst uitmaken.
Zie ook het artikel: extremisten Irak rukken op, wanneer is olie in het geding?
Strijd Irak: wie pakt extremisten aan?
De buurlanden van Irak moeten hun verantwoordelijkheid nemen en voorkomen dat het land een ongecontroleerd en gevaarlijk gebied wordt. Dat zei de Duitse minister Frank-Walter Steinmeier van Buitenlandse Zaken tegen de krant Welt am Sonntag.
Steinmeier noemde in het bijzonder Iran. Dat land heeft eerder gezegd de Iraakse regering te steunen in haar strijd tegen de extremistische beweging Islamitische Staat in Irak en de Levant (ISIL). Die beweging heeft in Irak steeds meer gebied in handen gekregen. ,,We moeten voorkomen dat in Irak een strijd uitbreekt tussen de regionale machten.''
Volgens de minister kunnen de landen geen baat hebben bij een gebied waar huurlingen, islamisten en terroristen vrij spel hebben, zoals in Syrië. Steinmeier riep Saoedi-Arabië, de Golfstaten, Turkije en Iran op om actie te ondernemen.
Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl